Boot
Op en neer naar Athene. Acht uur heen, en acht uur terug varen. Gelukkig is het nog prachtig herfstweer als we aankomen. Athene bruist. Maar als we bij Monasteraki uit de metro stappen worden we aangesproken door een beveiligingsbeambte. Mijn partner heeft de portemonnee in zijn achterzak. Die kan hij beter daar niet dragen vanwege zakkenrollers. Zó, welkom in de grote stad. Wij zijn natuurlijk ook niets meer gewend op ons 35 km² kleine eilandje, waar altijd de deur openstaat en we de sleutels gewoon op de scooters laten zitten.
Vlak naast de ambassade zit de fotograaf voor pasfoto’s. Een Pakistaan met een tulband op. Hij verkoopt naast pasfoto’s ook cd’s met muziek van Baghwan. Die muziek klinkt op de achtergrond in de
winkel, reuze rustgevend. Mooie pasfoto’s maakt hij. En een stuk goedkoper dan in Nederland. Op de
ambassade waar we op de afgesproken tijd zijn, bezweert de mevrouw die het nieuwe paspoort aanvraagt ons na herhaalde vragen van onze kant, dat het paspoort ruim op tijd voor ons vertrek op Patmos aan zal komen. Kassa, €181,- en klaar zijn we. Athene in om nog te genieten van al het moois daar met het herfstzonnetje.

Spoed?
Eenmaal terug op Patmos dachten we dat alles in orde was. Rustig inpakken, het huis schoonmaken en afsluiten voor een tijdje en nog genieten van het mooie najaarsweer. We zwemmen zelfs nog dagelijks. De stand van de zon verandert nu wel razendsnel en de avonden worden frisser. De eettafel buiten wordt weer een eettafel voor binnen. We steken de open haard aan in de avonden, de poezen nestelen zich binnen. Die hebben straks pech als we even weg zijn maar op het zeeterras bouwen we een winterhuisje voor ze, zodat ze ook op regendagen droog kunnen blijven. En onze Griekse schat van een buurvrouw zorgt goed voor ze, we laten maar liefst 25 pakken voer bij haar achter. Je weet immers nooit.

Maar dan het paspoort! Grieken hebben er een handje van om dingen met vertraging en een hoop gedoe te doen. Maar Nederlanders kunnen er ook iets van hoor, daar komen we snel achter.
Want partner heeft van de ambassademevrouw
een track and trace nummer gekregen waarop we zelf kunnen zien of het paspoort goed onderweg is. Dat nummer blijkt dus niet te werken, en bellen we maar weer met de ambassade. Ach jee, ze hebben een verkeerd nummer gegeven, dat begint al
hoopvol.
Samos
Vervolgens na drie dagen kijken -zolang duurt het voor spoedpaspoort klaar is, à €181,-
spoedtarief- zien we tot onze grote schik dat het paspoort op het eiland Samos is afgeleverd.
Bellen met de ambassade. ‘Huh, zegt de mevrouw daar wonen jullie toch?’ Nou nee, we
wonen op Patmos, kijk maar in de papieren en naar de postcode. ‘Ach ja, ik zie het’ zegt de
mevrouw. ‘Nou ja, niets aan de hand hoor, dan sturen ze het wel door vanaf Samos’. Pardon?
Zeggen wij en gaan zelf bellen met postkantoor op Samos.
Ik leg het probleem uit aan de meneer van het postkantoor die opneemt. Hij gaat eens kijken
en warempel hij komt terug aan de telefoon met het pakketje met het paspoort erin in zijn
handen. Ik smeek hem het paspoort niet via de post op te sturen maar daar te houden, op
Samos. Als we morgen de Nisos Kalymnos nemen -een kleine ferrie die tussen Patmos en
Samos vaart- kunnen we het paspoort zelf ophalen. Dat is wel weer acht uur op de boot
zitten, maar dan hebben we het tenminste.
De meneer van het postkantoor is niet van plan om mee te werken. Regels zijn regels en hij
mag een paspoort niet zomaar aan ons afgeven. Als het op Patmos aankomt geven jullie het
toch ook aan ons af, probeer ik nog. In gedachten zie ik zie hem al staan daar. Met dat
kostbare paspoort in handen wat wij zo hard nodig hebben. Hij zegt vriendelijk gedag en
hangt vervolgens op.
Mijn partner probeert ook nog een keer te bellen met het postkantoor op Samos maar het
brengt hem nergens. Dus hij belt nogmaals met de mevrouw ambassade, want wat nu? ‘Tja’,
zegt de mevrouw. ‘Het komt wel goed hoor, en op tijd want ze sturen het dan met het
vliegtuig naar Patmos’. Pardon? Wij hebben geen vliegveld. ‘Ohhhhh’ zegt de mevrouw.
‘Nou ja, dan sturen ze het wel per boot’ zegt ze. Jaaaaaa, zeggen wij maar er vaart maar twee
keer per week een boot met post. ‘Oooooohhhhh’, zegt mevrouw nogmaals, ze lijkt eindelijk
wakker te worden. Ze belooft zelf met het postkantoor van Samos te bellen. Even later belt ze
ons terug dat ze niets is opgeschoten met de overijverige ambtenaar, die wij zelf ook al
hebben gesproken. Het paspoort zal via de post naar Patmos moeten komen. Dat zijn de
Griekse regels daar kan ook zij niets aan veranderen.
Bellen, bellen, bellen
We zijn min of meer perplex en lamgeslagen. Dan bellen we de ambassade toch maar weer
terug. Want eigenlijk willen we wel weten hoe dat paspoort op Samos kon belanden. En wat
blijkt? ZIJ, dezelfde mevrouw die van de paspoorten dus, heeft wel de goede postcode
gebruikt maar er Samos op gezet. En de Griekse post kijkt blijkbaar niet naar zo naar
postcodes, Samos is Samos immers.
We bellen iedere dag. Met de ambassade, met het postkantoor. We beginnen ook door te
krijgen dat als je de Nederlandse ambassade belt je eigenlijk gewoon naar Den Haag belt.
Waar je iedere keer hetzelfde verhaal moet uitleggen alvorens je wordt doorverbonden naar…
Griekenland. Dure telefoontjes voor ons. En er gebeurt helemaal niets. Op dag nummer
zoveel -als we de mevrouw van de ambassade weer eens aan de lijn hebben- zegt ze doodleuk
dat we ons niet zo druk moeten maken. Het gaat NOOIT mis als zij een paspoort opstuurt en
het zal nu vast wel snel aankomen met het vliegtuig. Vliegtuig?
Weet de mevrouw van de ambassade eigenlijk wel waar Patmos ligt beginnen we ons af te
vragen. Nou, geen zorg hoor zegt ze vrolijk na de zoveelste uitleg, dan komt het toch met de
boot. We hangen maar op… Het paspoort bleef vier dagen in Samos liggen. Waarom kon de
meneer van het postkantoor aldaar ons ook niet uitleggen. En de vierde dag is het
teruggestuurd naar Athene, vanwaaruit het nog op tijd bij ons zou moeten aankomen.
Dus maar weer eens gebeld naar de ambassade. ‘Geen zorgen, het komt met het vliegtuig en
is dus op tijd’ zegt dezelfde mevrouw. WE HEBBEN GEEN VLIEGVELD! ‘Ooohhh, ja nou
dan is er een probleem’ zegt de mevrouw. Mens toch, eindelijk wordt ze echt wakker daar,
want een probleem is er zeker maar dat roepen we al de hele tijd natuurlijk. En dit is de
Nederlandse ambassade hè, die mensen moeten helpen in nood.
Ze stelt voor dat wanneer het paspoort dan eindelijk terug zal komen op de ambassade, het
via een koerier naar Patmos te sturen. Maar dat risico willen wij niet nemen. We hebben nog
maar twee boten deze week vanuit Athene, en dan moet A: het paspoort al op tijd op de
ambassade terug zijn en B: alles met de koerier in orde komen. We vertrekken wel volgende
week hè, helpen we haar herinneren. En we hebben wel betaald voor een spoedpaspoort à
181 euro.
‘Mmmmmm’, zegt de mevrouw van de ambassade die eindelijk een beetje inbindt. Niet
helemaal want ze vraagt ook nog of er iemand in ons huis achterblijft als wij vertrokken zijn.
Als we vertrokken zijn? Zonder paspoort zeker. Driedubbele zucht. Nee, er blijft niemand
achter. Dan komt het paspoort terug op de ambassade en sturen ze het naar Den Haag wordt
ons verteld.Het is een slechte film aan het worden.
Wakker
En dan komt ze eindelijk met de oplossing die ze natuurlijk ook wel moet geven na haar
geklungel met het verkeerde eiland en haar uitspraken over vliegtuigen en boten. Ze zal een
noodpaspoort aanmaken. Het noodpaspoort kunnen we ophalen op weg naar het vliegveld.
Dat dachten we niet. Na een reis van acht uur met de boot en de bagage plus een hond, gaan
we echt niet door Athene racen om een noodpapier bij haar op te halen om daarna door te
racen naar het vliegveld om op tijd in te kunnen checken. Zij komt maar naar het vliegveld
met de papieren. Nu sputtert ze wat tegen: ‘dat is niet gebruikelijk hoor, dan moet er ook nog
een chauffeur voor mij worden vrijgemaakt’. Maar ze geeft toe. Ze voelt de bui
waarschijnlijk ook wel hangen want intussen zijn wij het behoorlijk zat aan het worden.
Volgende week dinsdag vertrekken we en het spoedpaspoort hangt nog ergens tussen Samos
en Athene in. De afspraak wordt gemaakt, dinsdagochtend om 10 uur zien we elkaar op de
luchthaven van Athene.
Na een voorspoedige bootreis hebben we een plekje gevonden waar we de ingang van de
luchthaven in de gaten kunnen houden. Om 10 uur precies zie ik een mevrouw op hoge
hakken in een mantelpakje binnen komen lopen, druk om zich heen te kijken. In haar kielzog
een man in pak. Ik stoot mijn lief aan. En ja hoor, daar is ze. En warempel met het paspoort.
Een hand, mijn lief die een handtekening zet, de overhandiging van het paspoort en weg zeilt
ze weer. Haar chauffeur achter haar aan. Een beetje verbijsterd staan we erbij. Lief heeft een
paspoort waarop staat dat hij het via de minister van buitenlandse zaken heeft gekregen. Dat
doe je hem niet zomaar na.
We zijn wegens omstandigheden helaas nog steeds in Nederland. Van mijn lieve Griekse buurvrouw krijg ik iedere week foto’s van mijn poezenkinderen
opgestuurd. Wat zien ze er goed uit dankzij haar goede zorgen. Ik kan haar niet dankbaar genoeg zijn. De afgelopen week stuurde ze ook foto’s van onze tuin op. Wat is die mooi nu, een oase van groen na de vele regen en helemaal vol met prachtige bloemen. In gedachten zie ik de vlinders dartelen, de bijtjes zoemen boven de lavendel. De eerste bootjes leggen aan in onze baai. We kunnen niet wachten om naar huis te gaan. Mét het nieuwe paspoort natuurlijk.
