Geur en geluid
En dan de geur, hoe omschrijf je de geur van een land? De geur zit hem in de zon, in de zee.
Vanuit ons huis aan zee ruik ik de zee, tenminste dat verbeeld ik mij toch. De schone lucht, die ruik ik. De geur van sinaasappels en citroenen als we door de vallei van Lefkes wandelen. De geur vanuit de bakkerij. Vers brood. De geur van geroosterd vlees en vis als je langs een restaurantje loopt. En de geur van bloemen in de nacht, de overweldigende zoete geur van bloemen. En dan de geluiden. Dat is voor mij vooral het geluid van de stilte als ik op het terras van ons huis zit. De stilte kan zo overweldigend zijn. En dan ineens het geluid van een scooter op de weg ver beneden mij. Het geluid van krekels die beginnen te zingen in een mooie zomernacht. Maar ook het geluid van de ezels die midden in de nacht naar elkaar
beginnen te roepen, wat ze elkaar vertellen is hun eigen geheim. Maar vooral het geluid van de zee. Het zachte geluid van golfjes die aanspoelen op het strand, zacht keitjes met zich meenemend.
Thuis
Patmos is mijn poort naar het licht. Zo heb ik dat ervaren vanaf dag één dat ik voet aan land zette. Meteen toen ik vanaf de boot op de kade stapte, voelde ik de mysterieuze sfeer die op het eiland heerst. Vanaf de boot zag ik het liggen. Witte
huisjes schitterden in de zon. Het klooster van Johannes ligt indrukwekkend boven de huisjes op een berg. Na al mijn rondreizen door Griekenland ben ik thuis.

Patmos is het meest noordelijke eiland van de Dodekanesos. Het heeft een omvang van 34
km², en er wonen ongeveer 4.000 mensen. In 1981 is Patmos door het Griekse parlement tot
heilig eiland verklaard. In 2006 door Unesco tot werelderfgoed aangemerkt. En dat het een
heilig eiland is voel je meteen als je aan wal komt. Er is iets in de atmosfeer wat moeilijk in
woorden is uit te leggen. Voor mij was het alsof er een grote rust over mij was gekomen.
Johannes
Ons eiland is een pelgrimsoord. In het jaar 95 na Christus werd Johannes verbannen naar het
afgelegen Patmos. Hij leefde daar in een grot waar hij een visioen kreeg, wat het beroemdste
openbaringsgeschrift in de literatuur werd. De Apocalyps. De grot waar Johannes leefde is te
bezichtigen, net als het later naar hem genoemde Johannesklooster. En deze plekken trekken
vele bezoekers. Mensen die een dagtochtje maken vanuit Samos of Kos, maar ook mensen
die een paar dagen of weken komen om zich onder te dompelen in de zuivere sfeer van het
eiland. En mensen die er blijven hangen en wonen. Mensen zoals wij, mijn partner en ik.
Omdat juist die pure en zuivere sfeer mij deden thuiskomen. In combinatie met de
strakblauwe lucht en de zee natuurlijk.
Rust
Het eiland ligt afgelegen. We hebben geen vliegveld en wijzelf willen dat graag zo houden.
De enige manier om er te komen is met de boot. In de zomer is dat niet echt een probleem.
Bijna dagelijks varen er boten vanaf Samos en Kos. Ook vanaf Rhodos vaart de catamaran
heen en weer. Toch moet je goed opletten en je vliegtijden aanpassen aan de boot of ergens
een nachtje overnachten. In de winter is het een ander verhaal. Dan zitten we een beetje
opgesloten naar ons gevoel. Drie keer per week kunnen we weg. Met de grote ferry naar
Athene, wat acht uur varen is. Maar dat alles maakt dat ons eiland in zomer en winter toch
redelijk rustig blijft. Dat is uiteindelijk ook heel wat waard. Omdat Patmos onder het
werelderfgoed van Unesco valt mag er geen hoogbouw verschijnen. Dit maakt dat het
landschap nog in zijn natuurlijke staat verkeert.
Toerisme
Het eiland is klein dus kan je overal met de bus komen. Manolis is de buschauffeur. Toen we
pas arriveerden was zijn vader dat nog en konden we voor een euro het hele eiland
verkennen. We ontdekten prachtige natuur, ruige berghellingen en kleine dorpjes. Natuurlijk
is niet alles zo puur gebleven. Touroperators hebben het eiland tot nu toe niet ontdekt. En
hoewel wij als gids in het toerisme werken, willen we het wel graag zo houden.

De toeristenbootjes uit Samos spugen hun mensen uit voor een dagtour en om vier uur vertrekken ze weer om het eiland in rust achter te laten. Cruiseschepen doen na Santorini ook Patmos aan, maar ook hier hetzelfde verhaal. Een rondje grot en
klooster, een hoop kabaal en in de avond
vertrekken ze weer. De rust keert terug.
Natuurlijk bezoeken alle toeristen de grot en het Johannes klooster in de hoofdstad Chora. Het klooster werd in 1088 gebouwd door de abt Christodoulos. Nog steeds worden er een hoop mannelijke baby’s naar hem vernoemd. Christodoulos betekent ‘werker voor God’ dus op een eiland wat zo in teken staat van de religie, is het niet vreemd dat je overal een Chris tegen komt.
Mijn eiland
Qua architectuur heeft het klooster een geheel eigen stijl. Zodra je door de prachtige poort komt sta je in een geheel wit geschilderd complex. Er wonen tegenwoordig nog een twintigtal monniken in het klooster. Chora zelf is trouwens ook zeer de moeite waard. Een wirwar van steegjes, trapjes en witte huizen. Je kunt er gemakkelijk verdwalen. In het begin deden wij dat ook, nu kennen we de weg er wel.
Waar ik hier mee begon: de geuren, kleuren, geluiden van Griekenland. Dat alles heb ik gevonden op een klein rotspuntje in zee. In de loop der jaren hebben wij natuurlijk ook een ander Griekenland ontdekt. Kon onze roze bril voorgoed in de kast. Maar de geuren, de kleuren en het geluid van de stilte zullen ons altijd blijven vergezellen.
Patmos, mijn eiland, mijn poort naar het licht.


